Vragen week 4 Marije

Hine, Christine. 2015. “The Internet in Ethnographies of the Everyday.” Ethnography for the Internet: Embedded, Embodied and Everyday. London: Bloomsburg. 157-179.

Hine bespreekt of het ethisch verantwoord is om ‘found data’ te gebruiken voor onderzoeken omdat de mensen waarover data is verzameld niet weten dat dit wordt gedaan. Hun gedrag op het Internet wordt dus omgezet in data, maar in hoeverre is deze data bruikbaar aangezien er gebrek is aan context rondom die data?

Gray, Jonathan. 2005. “Antifandom and the Moral Text.” American Behavioral Scientist 48(7): 840-858.

Gray zegt dat een analyse van antifans op bijvoorbeeld de website Television Without Pity een beter beeld kan geven op bestaande noties van tekst, industrie en consumptie. Ik vraag mij af in hoeverre de ‘haatreacties’ op dit soort websites betrouwbaar zijn, omdat ik het idee heb dat mensen hun mening aandikken of een andere mening aannemen om reacties uit te lokken van anderen. Hierdoor kan er een vertekend beeld ontstaan van de antifans, dus is een analyse van die websites wel betrouwbaar?

Helsmondhalgh, David. 2006. “Discourse Analysis and Content Analysis.” In Analyzing Media Texts, edited by Marie Gillespie and Jason Toynbee. New York: Open University. 119-156.

Hesmondhalgh haalt Fairclough aan die het begrip ‘conversationalization’ gebruikt. Wat houdt dit begrip in?

Plaats een reactie